Een duurzame ontwikkeling roept de onderzoeksvraag op of we growfunding kunnen beschouwen als een digitale gemeenschapsinfrastructuur? Zo ja, welk overheidsechelon faciliteert deze vernieuwende infrastructuur dan best?
Datamining is het onderzoeksinstrument dat ons meer inzicht kan verschaffen: het staat in essentie voor gericht onderzoek naar (statistische) verbanden in omvangrijke digitale gegevensverzamelingen. Terwijl de profit de verwerking van die ‘big data’ volop inzet om de productiviteit te verhogen, laat de non-profit de potentie van social ‘big data’ vooralsnog onderbenut. De uitdaging luidt of we, los van financieel succes (e.g. productiviteit), ook sociaal succes kunnen voorspellen?
Het uitdiepen van de onderzoeksvraagstelling roept als vanzelf een rits andere vragen op. Hoe gaan we individueel en collectief sociaal gedrag voldoende accuraat voorspellen, in eerste instantie voor growfunding en bij uitbreiding voor gelijksoortige initiatieven? Is het mogelijk sociaal succes zodanig te begrijpen dat we het ook gericht kunnen bijsturen? En, tenslotte, hoe ontstaat en beweegt zo’n sociaal succesvol netwerk (community) als een soort zwerm, een typerend kenmerk dat gekend staat als emergentie of het plotseling ontstaan van ‘iets’ zonder enige centrale besturing?