WetenschapsNeus

Hoe maak je jongeren weerbaar tegenover wetenschappelijke mis- en desinformatie? In dit ontwikkelingsonderzoek werken we aan mediawijsheid binnen een wetenschapscontext in zowel het secundair onderwijs als in musea.

ensive Girl with School Notebook Thinking
Looptijd
/
Financiering
PWO

Weerbaarheid stimuleren tegenover mis-/desinformatie rond wetenschap

Hoe maak je jongeren weerbaar tegenover wetenschappelijke mis- en desinformatie? Leerkrachten en educatoren stellen zich deze vraag steeds vaker. Ook de Vlaamse onderwijsdoelen verwachten dat scholen een antwoord bieden op deze uitdaging op de snijlijn tussen mediawijsheids- en STEMonderwijs. Vlaamse leerlingen scoren relatief laag op het herkennen van nepnieuws en zowel leerkrachten als educatoren in musea voelen zich handelingsverlegen in de omgang met de problematiek. Theoretisch onderzoek duidt op:

  1. het belang van specifieke aandacht voor mediawijsheid in een wetenschapscontext,
  2. de nood leerlingen te laten reflecteren over begrippen zoals betrouwbaarheid,
  3. het belang van reflectie over de eigen informatieverwerving en
  4. de nood aan een veilige context die leerlingen toelaat fundamentele ideeƫn over wetenschap te bevragen.

In dit ontwikkelingsonderzoek vertalen we deze theoretische ideeĆ«n samen met een professionele leergemeenschap naar de Vlaamse praktijk van het formele en informele wetenschapsonderwijs. We ontwikkelen hiertoe een methodiek met oog voor dialoog in een veilige ruimte en reflectieoefeningen gericht op kennis over wetenschappelijke kennis. Hierbij onderzoeken we of en hoe de aanpak bij jongeren uit de tweede graad van het secundair onderwijs het vertrouwen in wetenschap en de weerbaarheid tegenover mis-/desinformatie versterkt. Ook brengen we in kaart of deze aanpak het handelingsvertrouwen van leerkrachten en educatoren vergroot om in te spelen op deze problematiek. We verspreiden de methodiek via vormingen, een e-book, publicaties voor de onderzoeksgemeenschap en het werkveld (onderwijs, wetenschapscommunicatie, wetenschapsmusea). De aanpak wordt geĆÆmplementeerd in scholen, lerarenopleidingen en musea.

Ā 

Probleemstelling en doel van het project

Discussies over vaccins, klimaatopwarming of evolutietheorie zorgen voor controverse in de media Ć©n het wetenschapsonderwijs. In het zogenaamde ā€˜post-truthā€™ tijdperk is het voor leerlingen steeds moeilijker waarheid van leugen te onderscheiden. Wij willen onderzoeken hoe jongeren weerbaar te maken tegenover de ā€˜infodemieā€™ van wetenschappelijk mis- en desinformatie door in te zetten op het kritisch denken van leerlingen.

Uitdaging bij leerlingen

Wereldwijd, maar ook in Vlaanderen, worstelen jongeren met het beoordelen en herkennen van wetenschappelijke mis-/desinformatie. Op online (sociale) media zijn niet langer poortwachters die informatie selecteren. De uitdaging is de innerlijke poortwachter van jongeren aan te scherpen en zo hun ā€˜mentale immuunsysteemā€™ te activeren.

Onderwijscontext

Het herkennen van wetenschappelijke mis-/desinformatie is een onderwijsprioriteit in de vernieuwde onderwijsdoelen voor het secundair: sleutelcompetenties rond STEM/wetenschap en mediawijsheid onderstrepen het belang ervan. Enerzijds horen jongeren immers wetenschappelijk te leren redeneren (en dus ook ā€˜echteā€™ wetenschap te leren herkennen). Anderzijds sluit de aanpak aan bij mediawijsheid: het leren ontsluiten, begrijpen en kritisch evalueren van media.

Nood bij leerkrachten en educatoren

Zowel (aspirant-)leerkrachten als educatoren (in wetenschapsmusea) voelen zich weinig opgeleid en handelingsverlegen om mis-/desinformatie aan te snijden bij jongeren. Interviews met Vlaamse wetenschapsleerkrachten bekrachtigen dat. Wat hierbij opvalt is dat vele leerkrachten wetenschap het als een vanzelfsprekend gegeven beschouwen dat al wie rationeel denkt wetenschappelijke inzichten automatisch accepteert. Dit vooridee komt onder spanning te staan wanneer leerlingen een wetenschappelijke consensus betwijfelen. Wellicht om deze reden krijgen pedagogische begeleidingsdiensten en onze onderzoekskern ExploRatio veelvuldig vragen tot vormingen over de omgang met wetenschappelijk nepnieuws in de klas. Wat in gesprekken met wetenschapsmusea opvalt is hoe de uitdagingen van leerkrachten worden doorgeschoven naar de educatoren in musea. In die zin worstelen educatoren met de spanningen waar handelingsverlegen leerkrachten een uitweg voor zoeken.

Aanpak

Met louter wetenschappelijke kennis is het moeilijk een twijfelaar warm te maken voor wetenschap. Als leerlingen in zogenaamde mentale echokamers belanden, horen ze op school enkel de eigen vooroordelen over de onbetrouwbaarheid van wetenschap weerkaatst. Het is daarom niet alleen van belang te focussen op wat te denken, maar ook op hoe te denken en dus op kritisch denken. Hierbij zijn volgende aandachtspunten van belang:

  • Kritisch denken rond mis- /desinformatie is een domeinspecifieke activiteit wat betekent dat deze vaardigheid in een specifieke context moet aangeleerd worden. Jongeren die voldoende kritisch staan tegenover sociale media, worstelen immers toch nog met wetenschappelijke geletterdheid. Daarom is het belangrijk leerlingen ook te leren reflecteren over mis-/desinformatie aan de hand van wetenschappelijke casussen.
  • Alleen maar zaken in vraag leren stellen kan leiden tot naĆÆef relativisme. Er is daarom nood aan inzicht in en reflectie over kennis, zoals over de begrippen die we hanteren om over informatie te denken (zoals betrouwbaarheid of waarheid).
  • Cognitief psychologisch onderzoek leert dat onze redeneerwijzen kleuren hoe we informatie beoordelen. Zo hechten we meer geloof aan informatie die minder contradicties bevat of die we regelmatig te zien krijgen.Ā Kritisch denken over mis-/desinformatie vraagt daarom ook zelfreflectie, reflectie over de bril waarmee we informatie verwerken. Van belang hiervoor is de erkenning dat het herzien van je mening goed kan zijn.
  • Wie weinig vertrouwen hecht aan wetenschap als systeem om kennis te verwerven, is meer vatbaar voor wetenschappelijk nepnieuws. Om die reden vraagt het weerbaar maken van jongeren tegenover mis-/desinformatie ook aandacht voor vertrouwen in wetenschap.

Maak kennis met de onderzoekers

Onze partners

  • Gents Universiteitsmuseum
  • Universiteitsmuseum Utrecht
  • Koninklijk Atheneum Berchem
  • Odisee Agro-en Biotechnologie
  • Lerarenopleiding Arteveldehogeschool
  • Academische lerarenopleiding UAntwerpen
  • Department of Education, University of York
  • UGent
  • Arteveldehogeschool
  • Pedagogische begeleiding stad Gent
  • Centrum Nascholing Onderwijs (CNO) Antwerpen
  • Mediawijs-Imec
  • Ecsite science communication

Wil je meer weten over dit project?